Lied 71: Gebed om gehoorzaamheid

Tekst: Maria van der Deliën
Melodie: Johann Crüger
Zetting: Henk C. de Gelder

1. O, wat een grote smarte
is mij dat, o mijn God,
dat steeds mijn zondig harte
zo wijkt van Uw gebod.
O Jezus, al mijn vreugd,
geef mij toch maar die deugd,
dat ik U dienen mag;
dat bid ik dag en nacht.

2. Zou ik hierom niet treuren
en droevig zijn altijd;
mijn harte zich niet scheuren,
daar Gij 't zo waardig zijt
door mij te zijn gediend?
O Gij, mijn beste Vriend,
mijn Troost en Toeverlaat,
waar al mijn hoop op staat.

3. Maar, o barmhartig Vader,
ontferm U over mij.
O aller heil Springader,
sta mij toch altoos bij.
Geef mij toch nieuwe kracht,
waar ik om zucht, op wacht.
Dan zal ik naar mijn wens
haast zijn een ander mens.

4. Gij weet het, o mijn Heere,
waar ik altijd om bid,
en wat ik meest begere.
Dit is mijn enig wit:
dat ik met heel mijn hart
U maar gehoorzaam word.
Dat is mijn hoogste loon,
ja, meerder dan een kroon.


Terug naar het liederenoverzicht