Lied 16: Zondensmart

Tekst: Willem Sluiter
Melodie: Johannes Gijsbertus Bastiaans
Zetting: Chiel Jan van Hofwegen

1. Uit diepe zwarigheden
roep ik tot U, o Heer'!
Hoor toch naar mijn gebeden;
merk hoe ik smeke zeer.
Ik heb met vele zonden
mijn leven zeer besmet,
en tot verscheide stonden
verbroken Uwe wet.

2. Indien mijn eigen harte
mij overtuigt zo zeer,
en mij beroert met smarte,
o God! Gij zijt veel meer
dan ons hart en geweten,
en Gij weet alle ding.
Niets kan U doen vergeten,
't zij groot of 't zij gering.

3. Ik werp mij voor U neder
in deze mijne nood.
Laat mij niet keren weder
van U, door schaamte rood.
Bedek hetgeen geschied is,
regeer wat komen zal,
want 't mij een groot verdriet is,
dat ik zo dikmaals val.

4. Maak mij bekend Uw wegen.
Leer Uwe paden mij,
zodat mijn hart genegen
tot Uw bevelen zij.
Gij zijt, Heer', recht en goedig;
Gij onderwijst en leert
de zondaar, die zachtmoedig
het rechte pad begeert.


Terug naar het liederenoverzicht